| Gezinsblad |
|
Jacob Jacobsz Nentjes, ged. 8 aug 1751 te Urk, ovl. 9 feb 1822 te Urk, beroep(en): Assessor, zoon van Jacob Jacobszen Nentjes en Lumme Cornelisz Romkes
Ondertrouwd 20 nov 1775 te Urk Gehuwd te Urk, @N1752@ met: Jannetje Pieters Kamper, ged. 9 nov 1755 te Urk, ovl. 19 nov 1835 te Urk, dochter van Pieter Claassen Kamper en Heijltjen Jacobs |
| 1) Heijltje Jacobs Nentjes, ged. 28 apr 1776 te Urk, ovl. voor 1778 te Urk |
|
2) Heijltje Jacobs Nentjes, ged. 5 apr 1778 te Urk, ovl. 19 nov 1806 te Urk, Graf 41, begr. 24 nov 1806 te Urk
Gehuwd ± 1801 te Urk met: Klaas Jansz Post, ged. 21 jan 1776 te Urk, ovl. 10 apr 1851 te Urk, zoon van Jan Jansz Post en Grietje Ahazuerus Klaas Kroon |
|
3) Pieter Jacobsz Nentjes, ged. 7 sep 1783 te Urk, ovl. 20 nov 1854 te Urk, beroep(en): Assessor en Rijksontvanger, Schout van Urk, Burgemeester van Urk, Urk had in 1825 ongeveer 600 inwoners In 1844 breekt op het eiland Urk een epidemie uit. Een kind, dat in Amsterdam had gelogeerd, werd besmet met kinderpokken en nam deze ziekte mee naar het eiland. In het begin leek het geval niet ernstig. Er werden dan ook geen voorzorgsmaatregelen getroffen. Door deze onvoorzichtigheid waren de gevolgen catastrofaal. De dood zweefde over 'de bult' (het eiland werd en wordt zo genoemd) en vond z'n eerste slachtoffer op 4 november 1844. De winter viel vroeg in en langzaam geraakte het eiland in een hachelijke situatie. Veel vissers raakten besmet en aangezien de geneesheer van Urk P. Musch eveneens erg ziek was, kon er niet veel gedaan worden aan bestrijding van de epidemie. De burgemeester van Urk, Pieter Nentjes, stuurt op 21 december een commissie van Urkers over het ijs naar Haarlem, die de nood klaagt bij de gouverneur van de provincie. De gouverneur wijst de jonge dokter Cornelis Heynsius uit Amsterdam aan om naar Urk te gaan en aldaar de ziekte te bestrijden. De reis van de dokter, vergezeld van decommissie, gaat per slee via Kampen over Schokland naar Urk. De slee bereikt op oudejaarsdag 1844, 's morgens om 11 uur, het eiland. De jonge dokter begint met de bestrijding van de ziekte, maar dit valt nogal tegen. Hij krijgt te maken met de vooroordelen die onder de bevolking leven ten aanzien van het inenten. Vooral de afgescheidenen hebben bezwaren hiertegen. Het gelukte Heynsius uiteindelijk toch om Jacob Nentjes en zijn oom, burgemeester Pieter Nentjes, die eveneens met de afgescheidenen sympathiseerde van de noodzaak van inenten te overtuigen. Op 27 januari schreef dokter Heynsius naar huis: 'Veel last heb ik tegen de inenting gehad doordien de afgescheidenen - die hier alleen nagenoeg zijn, en nagenoeg gene andere - er zeer tegen zijn, vooral ook de dominee der afgescheidenen (bedoeld wordt Jacob Nentjes, maar deze was nog geen dominee) en de burgemeester. Beiden zijn echter thans van het geoorloofde overtuigd'. [Bron: Jelle van Slooten] Gehuwd ± 1807 met: Ietjen Jans Post, geb. te Urk, ged. 1 sep 1782 te Urk, ovl. 17 aug 1846 te Urk, dochter van Jan Jansz Post en Grietje Ahazuerus Klaas Kroon |
| 4) Jacob Jacobsz Nentjes, ged. 3 mrt 1787 te Urk, ovl. voor 1790 te Urk |
| 5) Jacob Jacobsz Nentjes, ged. 22 aug 1790 te Urk |
|
6) Willem Jacobsz Nentjes, geb. 13 mei 1792 te Urk, ged. 13 mei 1792 te Urk, ovl. 9 jan 1849 te Urk, beroep(en): Bakker, winkelier en beurtschipper
Gehuwd 2 okt 1814 te Urk met: Grietje Dubbels Romkes, geb. 25 dec 1793 te Urk, ged. 25 dec 1793 te Urk, ovl. 16 aug 1834 te Urk, begr. 16 aug 1834 te Urk, dochter van Dubbele Lubbertsz Romkes en Grietje Jurriaan Johannes Snijder |