Gezinsblad
Diederik "Widukind" van Ringelheim met:
Reginhilde
1) Mathilde van Ringelheim, geb. 895, ovl. 11 mrt 968 te Memleben, begr. te Abdij van Quedlinburg
Hendrik I overleed in 936 en liet haar al zijn bezittingen na in Quedlinburg, Pohlde, Nordhausen, Grone, en Duderstadt. Na zijn dood probeerde ze haar lievelingszoon Hendrik opvolger van haar man te laten worden, maar zonder succes. Het conflict werd opgelost toen Hendrik hertog van Beieren werd door haar ingrijpen. In 939 steunde ze Hendriks opstand tegen Otto, maar bemiddelde ook de verzoening in 941. Niet veel later werd Mathilde door Otto naar een klooster verbannen omdat ze de koninklijke schatkist zonder toestemming zou hebben gebruikt voor kloosterstichtingen en goede werken. Op voorspraak van haar schoondochter Edith mocht ze weer terugkeren aan het hof. Ze bleef actief in liefdadigheidswerk en stichtte meerdere kloosters en abdijen, zoals de abdij van Quedlinburg (936) en het klooster van Nordhausen. Ook was ze lekenabdis van de abdij van Nijvel.

Ze overleed in het paleis van Quedlinburg in 968. Net als haar man is ze begraven in de abdij van Quedlinburg.

Zij is patroonheilige van ouders en grote gezinnen en haar feestdag is op 14 maart.
[Bron: Wikipedia]

Gehuwd 909 met:
Hendrik I "de Vogelaar" van Saksen, geb. 875, ovl. 2 jul 936 te Memleben, begr. te Abdij van Quedlinburg
Hendrik I de Vogelaar (Duits: Heinrich der Vogler/der Finkler, Latijn: Henricius Auceps) (rond 876 - Memleben, 2 juli 936) was vanaf 912 hertog van Saksen en vanaf 919 tot zijn dood koning van Duitsland. Hij was de grondlegger van de Ottoonse dynastie van Saksische koningen en keizers. Hij wordt algemeen gezien als de stichter en de eerste koning van de middeleeuwse Duitse staat, die voordien bekendstond als het Oost-Frankenrijk. Als fervent jager verkreeg hij de bijnaam "de Vogelaar",[1] naar men zegt omdat hij net zijn vogelnetten aan het repareren was toen hij de boodschap ontving dat hij tot koning was gekozen.
[Bron: Wikipedia]
Hoofdindex A-Z