Gezinsblad
Boudewijn I "de Goede" van Vlaanderen, geb. ± 824 te Vlaanderen, ovl. 21 jan 879 te Atrecht, begr. te Sint Bertijns, zoon van Audacer en N.N.

Aanvankelijk graaf van Vlaanderen, doch van zijn graafschappen vervallen verklaard na de schaking van zijn vrouw. Na de verzoening met Karel de Kale in 864 opnieuw aangesteld als graaf en dan in (waarschijnlijk) de gouwen Kortrijk, Aardenburg, West-Vlaanderen, Waas en Gent en mogelijk over Mempiscus (tussen Gent en Kortrijk) en na 866 ook in de streek om Sint-Omaars (= Ternois of Terwaan) als opvolger van Wigmar.
Hij is abt van de Sint-Pietersabdij te Gent in 870.
Hij wordt door zijn schoonvader belast met vertrouwensopdrachten zoals de onderwerping van diens opstandige zoon Karloman in 871 en aangewezen als een van de toezichthouders-raadgevers van kroonprins Lodewijk 'de Stamelaar' wanneer Karel voor de tweede maal naar Italie vertrekt (Quierzy-sur-Oise 14-06-877).
Reeds kort voor 900 kreeg hij de bijnaam 'de Goede', vanaf de 12e eeuw de 'IJzeren' of 'met de IJzeren Armen'.
Hij is de stamvader van het Vlaamse gravengeslacht.

In 864 sloeg Boudewijn een landingspoging van de Noormannen op de kust af. Zijn overlijden werd het sein voor de grote Noormanneninvallen in Vlaanderen (879-883).
Encarta(R) 98 Encyclopedie Winkler Prins Editie.

Gehuwd 13 dec 863 te Auxerre (F) met:
Judith van West-Francie, geb. ± 844, ovl. na apr 870 1e huwelijk 2e huwelijk 3e huwelijk, dochter van Karel II "de Kale" van West-Francie en Ermentrude van Orleans

Zij werd koningin gekroond op 1 oktober 862 (?) te Verberie-sur Loire.
Judith (844 - na 879), koningin van Wessex, daarna gravin van Vlaanderen, dochter van Karel de Kale, koning van West-Francie, huwde in 856 Ethelwolf, koning van Wessex, en na diens dood in 858 zijn zoon Ethelbald. In 860 stierf Ethelbald en werd Judith te Senlis door haar vader onder bewaking gesteld. Met behulp van haar broer, de latere Lodewijk II de Stotteraar, werd zij in dat jaar geschaakt door Boudewijn I van Vlaanderen. Er volgde een tijd van omzwervingen, terwijl te Rome de banvloekover het paar werd uitgesproken. Nadat Judith en Boudewijn zich met de kerk hadden verzoend, schonk paus Nicolaas I hun zijn bescherming. Uit vrees voor een bondgenootschap tussen Boudewijn en de Noormannen verzoende ook Karel de Kale zich in 862 met hen beiden, waarna het wettige huwelijk te Auxerre werd gesloten. Uit dit huwelijk werden twee zoons geboren, Raoul en de latere Boudewijn II van Vlaanderen.
Encarta(R) 98 Encyclopedie Winkler Prins Editie.
1) Boudewijn II "de Kale" van Vlaanderen, geb. ± 863, ovl. 10 sep 918, begr. te Gent (Sint-Pieters)

Hij is naar zijn grootvader bijgenaamd 'de Kale'.
Graaf van Vlaanderen in 879 en usurpeert na afloop van de Noormanneninvallen van de jaren 879-883 grondbezit en rechten in de gehele streek tussen Schelde en Artois en geldt daarmee als grondlegger van Vlaanderen als territoriaal vorstendom.
Hij wisselt herhaaldelijk van partij in de strijd tussen de diverse Frankische koningen waarbij hij zijn tegenstanders aartsbisschop Fulco van Reims (17-06-900) en daarna ook graaf Heribert I van Vermandois (< 06-11-907) doet vermoorden.
Hij richt een groot aantal burchten op ter bescherming van zijn gebied.
Hij is aanvankelijk begraven in Sint-Bertijns, doch op aandrang van zijn weduwe vervolgens begraven in de Sint-Pieters te Gent.
Hij is de grondlegger van het latere vorstendom Vlaanderen.

Gehuwd ± 884 met:
Elfrida van Wessex, geb. 868 te Wessex, ovl. 7 jun 929, dochter van Alfred I "de Grote" van Wessex en Ealhswith van Gainsborough
Hoofdindex A-Z